Behandeling Sintrom®, Marcoumar®, Marevan®

image1

Bloedverdunners zijn een soort geneesmiddel dat het vermogen van het lichaam om stolsels in het bloed te vormen, vermindert.
Dit doen ze door de aanmaak van vitamine K in de lever te remmen. Hierdoor duurt het langer voordat uw bloed stolt. Dit type geneesmiddel lost geen reeds gevormde stolsels op, maar het zal helpen voorkomen dat een bestaand stolsel groter wordt.

Waarom zou u bloedverdunners nodig hebben?

Mogelijk moet u bloedverdunners gebruiken als bij u een of meer van de volgende aandoeningen zijn vastgesteld of bij u zijn behandeld:
  • Atriale fibrillatie (AF)
  • Kunstmatige hartklep
  • Diepe veneuze trombose (DVT)
  • Longembolie (PE)
  • Preventie van bloedstolsels, bijv. genetische bloedingsstoornissen
  • Beroerte
  • Infarct
Soms is het maar een paar maanden nodig om bloedverdunners te slikken. In andere omstandigheden zul je levenslang nemen.
Uw beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg zal u vertellen hoe lang u ze moet gebruiken en stop niet met het gebruik ervan zonder hun advies
Deze anticoagulantia beïnvloeden het vermogen van het bloed om te stollen en daarom is er een verhoogd risico op bloedingen voor mensen die ze gebruiken.
Vanwege dit risico is het uiterst belangrijk om de tabletten precies volgens de instructies in te nemen.
Neem geen hogere of frequentere doses.

Hoe wordt mijn behandeling gecontroleerd?

Uw behandeling wordt gecontroleerd door regelmatig bloedonderzoek in het laboratorium of met een zelfcontroleapparaat
Het resultaat van het bloedonderzoek wordt opgeslagen in uw bankboekje of op een afdruk van een computer.
Uw dosis bloedverdunner zal naar boven of naar beneden worden aangepast, afhankelijk van het resultaat van uw bloedtest:
  • Als u zich in de therapeutische zone bevindt, wordt uw dosis niet gewijzigd
  • Als de INR te laag is, kan de dosis antistollingsmiddel worden verhoogd, als deze te hoog is, kan de dosis worden verlaagd
Geen twee mensen zijn hetzelfde en het kan zijn dat u een hogere of lagere dosis nodig heeft dan iemand anders om hetzelfde resultaat te bereiken.
U moet regelmatig bloedonderzoek ondergaan om het stollingsvermogen van het bloed te controleren.
De resultaten van deze tests helpen uw arts bij het bepalen van de juiste dosis medicatie die elke dag moet worden ingenomen.
Het testresultaat kan worden beschouwd als uw INR.

Wat betekent INR?

Het staat voor International Normalized Ratio (INR) en is een maat voor hoe lang het duurt voordat bloed stolt tijdens de behandeling.
Als uw INR bijvoorbeeld 2 is, duurt het twee keer zo lang als normaal om bloed te stollen.
Iedereen heeft een enkele dosis bloedverdunner nodig, die op een stabiel niveau moet worden gehouden. U krijgt een therapie-interval, dit is afhankelijk van de aandoening waarvoor u bloedverdunners gebruikt.
Binnen dit bereik heeft u een doel-INR.
Als uw therapeutische bereik bijvoorbeeld 2 tot 3 was, zou uw doel-INR 2,5 zijn. Het is belangrijk om in de therapeutische zone te blijven.
Als uw resultaat boven dit bereik ligt, heeft u een verhoogd risico op bloedingen en als uw resultaat lager is, loopt u een verhoogd risico op stolselvorming.
Mensen die bloedverdunnende medicijnen gebruiken, moeten alle artsen, tandartsen, apothekers en andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die medische behandelingen of diensten verlenen, hiervan op de hoogte stellen.
Ze moeten ook een identiteitsbewijs bij zich hebben waaruit blijkt dat ze bloedverdunnende medicijnen gebruiken.
Gebruik geen ander recept of vrij verkrijgbare medicijnen (vooral aspirine) zonder eerst de apotheker te vertellen dat u bloedverdunners gebruikt. Dit geldt ook voor medicijnen waarvan u denkt dat ze ongevaarlijk zijn, zoals hoestmiddel.

Is de behandeling veilig?

Behandeling met anticoagulantia is veilig zolang u het advies van uw antistollingskliniek en/of het advies van uw arts opvolgt.
U moet regelmatig bloedonderzoek ondergaan. Uw INR-waarde kan variëren, maar moet binnen een bepaald bereik worden gehouden dat door uw huisarts of consulent wordt bepaald.

Zijn er bijwerkingen?

De meest voorkomende bijwerkingen van bloedverdunners zijn bloedingen en blauwe plekken.
Dit gebeurt wanneer u uw therapiezone verlaat. Maar soms kan een bloeding optreden wanneer u zich in de juiste zone bevindt en kan dit de vorm hebben van langdurig bloeden door snijwonden, bloedingen die niet vanzelf stoppen, grote of kleine neusbloedingen onder de huid, bloedend tandvlees bij het tandenpoetsen, rood of donkerbruine urine, rode of zwarte ontlasting, of ophoesten of braken van bloederige vloeistof.
Elk van deze gevallen moet aan uw kliniek worden gemeld.
In geval van langdurige bloeding dient u uw arts of hematoloog te informeren of naar de dichtstbijzijnde spoedeisende hulp te gaan voor een spoedbehandeling.
Van nieuwere orale anticoagulantia is gemeld dat ze minder bijwerkingen hebben en minder bloedingen veroorzaken, maar het zijn nog steeds anticoagulantia.
U moet deze nieuwe medicijnen met uw arts bespreken om te zien of ze geschikt voor u zijn.